Verschillen tussen MIG- en MAG-lassen

Lassen is een essentieel proces in de metaalindustrie en speelt een cruciale rol bij het verbinden van verschillende metalen. Twee veelgebruikte lasmethoden zijn MIG (Metal Inert Gas) en MAG (Metal Active Gas) lassen. Hoewel ze vergelijkbaar klinken, zijn er enkele belangrijke verschillen tussen beide technieken. In deze blog zullen we de basisprincipes van MIG- en MAG-lassen bespreken, hun toepassingen en de factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het kiezen van de juiste methode.

MIG Lassen

MIG-lassen maakt gebruik van een constante toevoer van een draadelektrode als lasmateriaal. Deze elektrode wordt continu naar het laspunt gevoerd en smelt af om de lasverbinding tot stand te brengen. Tijdens het MIG-lassen wordt er een inerte gasbescherming, zoals argon of helium, gebruikt om het smeltbad en de elektrode te beschermen tegen oxidatie en verontreinigingen. Het gebruik van inerte gassen maakt MIG-lassen bijzonder geschikt voor het lassen van non-ferrometalen zoals aluminium en roestvrij staal.

MAG Lassen

MAG-lassen lijkt sterk op MIG-lassen, maar in plaats van een inerte gasbescherming wordt er bij MAG-lassen een actief gas, zoals koolstofdioxide (CO2) of een mengsel van CO2 en argon, gebruikt. Het actieve gas reageert met de lasboog en vormt een beschermend slak die de lasverbinding beschermt tegen oxidatie. MAG-lassen wordt voornamelijk gebruikt bij het lassen van ferrometalen zoals staal.

Verschillen tussen MIG- en MAG-lassen

Het belangrijkste verschil tussen MIG- en MAG-lassen ligt in de aard van het gas dat wordt gebruikt. MIG-lassen maakt gebruik van inerte gassen om het smeltbad te beschermen, terwijl MAG-lassen actieve gassen gebruikt die reageren met de lasboog. Dit heeft invloed op de lasomstandigheden, de penetratiediepte en de laskwaliteit. MIG-lassen wordt over het algemeen beschouwd als een schonere lasmethode, terwijl MAG-lassen hogere lassnelheden mogelijk maakt.

Toepassingen

MIG lassen wordt vaak gebruikt bij het lassen van dunne plaatmaterialen, zoals bij carrosseriereparaties of het maken van meubels. De controle over de boog en de mogelijkheid om dunne lasnaden te maken, maakt MIG-lassen ideaal voor deze toepassingen.

MAG-lassen wordt voornamelijk gebruikt bij het lassen van dikker plaatwerk en constructies waarbij hogere lassnelheden vereist zijn. Het wordt veel gebruikt in de scheepsbouw, constructie van bruggen en in de staalindustrie.

Factoren om te overwegen

Bij het kiezen tussen MIG- en MAG-lassen zijn er enkele factoren om rekening mee te houden. Ten eerste is het belangrijk om het type materiaal te kennen dat je wilt lassen. Als je non-ferrometalen zoals aluminium of roestvrij staal wilt lassen, is MIG-lassen de juiste keuze. Voor ferrometalen zoals staal is MAG-lassen geschikter.

Daarnaast moet je rekening houden met de gewenste lassnelheid en laspenetratie. Als je snel en efficiënt wilt lassen, is MAG-lassen de beste optie. Als je daarentegen meer controle wilt hebben over de lasomstandigheden en dunne materialen wilt lassen, dan is MIG-lassen geschikter.

MIG- en MAG-lassen zijn beide veelgebruikte lasmethoden die essentieel zijn in de industrie van metaalbewerking. Het belangrijkste verschil tussen beide methoden is het type gas dat wordt gebruikt voor het beschermen van de las. Door rekening te houden met het materiaal, de gewenste lassnelheid en de laspenetratie, kun je de juiste lasmethode kiezen. Of het nu gaat om het repareren van een autodeuk of het bouwen van een stalen constructie, MIG- en MAG-lassen bieden de mogelijkheid om sterke en duurzame lasverbindingen tot stand te brengen.